Wie is mijn naaste ?
Deze vraag werd aan Jezus gesteld door een wetgeleerde in (Luc.10:29b). Daarop vertelt Jezus het ons bekende verhaal van de barmhartige Samaritaan,
(Luc.10:30-36). Dan stelt Jezus de vraag aan de wetgeleerde. Wie was nu de naaste van de man die overvallen is geweest. Waarop werd geantwoord:
hij die hem barmhartigheid betoond heeft. Jezus zegt dan: doe gij evenzo.
Niet iedereen
Wij moeten dus een naaste zijn voor iedereen, maar niet iedereen is mijn naaste, zoals de kerk ons leert. Onze naaste is diegene die ons uit de nood helpt, die moeten wij beminnen gelijk onszelf.
Eigen middelen
De Samaritaan is geen inzameling gaan doen, of heeft geen actie gevoerd om geld te zoeken bij anderen. Alle hulp die hij gaf was met eigen middelen.
Doe gij evenzo! |