13 juli 2014
Bijbelse bronnen.
De Bijbel wordt veel aangevallen op zijn betrouwbaarheid. Het meest voorkomende argument is dat de bijbelboeken vele jaren na de gebeurtenissen zijn geschreven, en daardoor onbetrouwbaar zijn. Bijbelkritikasters halen ook het gebrek aan historische kennis van de bijbelschrijvers aan. Meestal omdat de kennis die deze heren kritikasters hebben, niet past in het verhaal van de bijbel. Dus besluiten velen dat de bijbel fout is. Nochtans zouden dezen beter moeten weten, want van vele zogenaamde bijbelse fouten werd nadien door de archeologie ontdekt dat het geen fouten waren, maar dat de bijbel betrouwbaar bleek. Ik heb achttien bronnen ontdekt die de bijbelschrijvers zelf in de bijbel vermelden. Dit wil zeggen dat, al zijn de bijbelboeken jaren na de feiten geschreven, zij bronnen hanteerden die stamden uit de tijd van de gebeurtenissen. Dit maakt de bijbel een betrouwbaar boek.
Bijbelkritikasters moeten de bijbel niet aan hun kennis toetsen, maar "hun" kennis aan de bijbel toetsen. Want de bijbel is onze historische tijdscapsule.
De reizen van Abraham.
En hij ging, volgens zijn reizen, van het zuiden tot Beth-El toe, tot aan de plaats, waar zijn tent in het begin geweest was, tussen Beth-El, en tussen Ai; (SV. Genesis 13:3)
De zinsnede, "volgens zijn reizen", wordt enkel zo vertaald in de Statenvertaling. Andere vertalingen hanteren "op zijn reizen". Maar de Satenvertaling geeft volgens mij de nuance dat de bijbelschrijver zijn verhaal vertelt "volgens een verslag" van de reizen van Abraham.
Het boek van de oorlogen van de Heer
Daarom wordt er in Het Boek van de oorlogen van de HEER> gesproken van �Waheb in Sufa en de beken die de Arnon vormen, (NBV. Numeri 21:14)
Het boek van de oprechte (Jasher)
En de zon stond stil en de maan bleef staan, tot Isra�l zijn vijanden had afgestraft. Dit staat opgetekend in het Boek van de oprechte.
Het citaat dat de bijbelschrijver van Jozua hier aanhaalt staat in het boek der oprechten hoofdstuk 88 vers 64
De zon bleef een volle dag boven aan de hemel staan voordat ze onderging. (NBV. Jozua 10:13)
Hij heeft gezegd dat alle Judee�rs dit lied, het Lied van de boog, moesten leren. Het staat opgetekend in het Boek van de oprechte.
Het lied waarnaar verwezen wordt staat waarschijnlijk in hoofdstuk 89 in het boek der oprechte. Het lied van Jozua.
(NBV. II Samu�l 1:18) Kronieken van de koningen van Medi� en Perzi�
Al zijn machtige daden en krijgsverrichtingen zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Medi� en Perzi�, evenals alle bijzonderheden over de hoge positie die hij Mordechai had gegeven.
(NBV. Esther 10:2) De annalen van Salomo
Verdere bijzonderheden over Salomo en over zijn wijsheid zijn opgetekend in de annalen van Salomo.
(NBV. I Koningen 11:41) Kronieken van de koningen van Juda
Verdere bijzonderheden over Rechabeam zijn opgetekend in de kronieken van de koningen van Juda. (NBV. I Koningen 14:29)
Hier wordt niet het bijbelboek kronieken bedoeld, maar een toen bestaand boek, dat kon geraadpleegd worden.
De kronieken van Isra�l
Verdere bijzonderheden over Nadab zijn te vinden in de kronieken van de koningen van Isra�l. (NBV. I Koningen 15:31)
Hier wordt eveneens naar een toen bestaand boek verwezen dat werd geraadpleegd.
Geschriften van Samu�l, Natan en Gad
De geschiedenis van koning David is van begin tot eind opgetekend in de geschriften van de ziener Samuel, de profeet Natan en de schouwer Gad. Daarin staat zijn machtig koningschap beschreven en alles wat hij heeft meegemaakt, en de gebeurtenissen die in Isra�l en de andere koninkrijken hebben plaatsgevonden.
(NBV. I Kronieken 29:29)
Hier worden drie geschriften genoemd. Of de geschriften van Samu�l dezelfde zijn als diegene die in de bijbel staan weet ik niet, maar het is mogelijk. Natan en Gad waren profeten ten tijde van koning David. Hun geschriften zijn verloren gegaan, maar ze hebben toch als bron gediend voor de bijbelschrijvers.
Geschriften van Achia en Jedo
Verdere bijzonderheden over Salomo zijn van begin tot eind opgetekend in de geschriften van de profeet Natan, in de profetie van Achia uit Silo en in de visioenen van de ziener Jedo over Jerobeam, de zoon van Nebat.
Hier wordt ook verwezen naar twee toen bestaande geschriften. Met de vermelding "verdere bijzonderheden" zegt men eigenlijk dat indien je meer info wilt, je deze geschriften zelf verder moet onderzoeken. Het waren dus bronnen die konden geraadpleegd worden.
(NBV. II Kronieken 10:29) Geschriften van Semaja en Iddo
De geschiedenis van Rechabeam is van begin tot eind opgetekend in de geschriften van de profeet Semaja en de ziener Iddo, in het gedeelte met het geslachtsregister. Rechabeam en Jerobeam waren voortdurend met elkaar in oorlog.
Hier wordt ook verwezen naar twee toen bestaande geschriften.
(NBV. II Kronieken 12:15) Toelichting op het boek koningen
Gegevens over Joas� zonen, over de vele profetie�n die tegen hem zijn uitgesproken en over zijn herstelwerkzaamheden aan de tempel van God, zijn opgetekend in
de toelichting op het boek koningen. Zijn zoon Amasja volgde hem op.(NBV. II Kronieken 24:27)
Geschriften van Chozai
Verdere bijzonderheden over Manasse, over zijn gebed tot zijn God en de woorden die de zieners in de naam van de HEER, de God van Isra�l, tot hem richtten, s taan in de kronieken van de koningen van Isra�l. Zijn gebed en hoe de HEER zich door hem liet vermurwen, maar ook al zijn zonden en overtredingen, hoe hij voordat hij zich verootmoedigde op allerlei plekken offerplaatsen liet bouwen en Asjerapalen en godenbeelden oprichtte, zijn opgetekend in de geschriften van Chozai. Toen hij bij zijn voorouders te ruste ging, werd hij begraven in zijn paleis. Zijn zoon Amon volgde hem op. (NBV. II Kronieken 33:18-20)
Hier wordt ook verwezen naar een toen bestaande geschrift dat geraadpleegd kon worden.
Annalen en Bibliotheek van Nehemia
Deze gebeurtenissen zijn ook opgetekend in de kronieken en annalen over Nehemia. Daarin staat ook te lezen hoe Nehemia een bibliotheek aanlegde waarin hij boeken over de koningen verzamelde en geschriften van de profeten en van David, alsmede brieven van koningen over wijgeschenken. Judas heeft die boeken, die door de oorlog waarin wij waren verwikkeld verspreid waren geraakt, weer bijeengebracht, en ze zijn nu in ons bezit. Wanneer u ze wilt raadplegen, kunt u ze laten halen.
Nehemia had dus een hele bibliotheek waaruit de bijbelschrijvers boeken en geschriften konden raadplegen. Misschien komen al de geschriften hierboven geciteerd wel uit die bibliotheek.
(NBV. II Makkabee�n 2:13-15) Hofschrijvers
Men kan zich afvragen hoe sommige bronnen zoals de kronieken van Juda en Isra�l tot stand kwamen. Wel, net zoals nu, waren er mensen die notities maakten bij belangrijke vergaderingen en gebeurtenissen. In de Antieke wereld werden ze hofschrijvers genoemd. De bijbel vernoemt er meerder bij naam, en onder welke koning. Hieronder volgt een lijst.
|